The Silver Strings - Heerlen

 

De band The Silver Strings van de vier broers Hunter uit Heerlen (evenals hun zussen) was sedert het midden van de jaren vijftig actief in Limburg en Duitsland. Ze traden ook op onder de groepsnamen: The Hunters, The Hunters Rhythm Boys en The Hunters Hawaiian Serenaders. Begin jaren zeventig is de band voorgoed gestopt.


 

 

Frits Ries van het Heerlens Kegelpaleis een bakermat voor rock & roll muziek in de regio contracteerde de band begin van de jaren zestig voor rock & roll en teenager-avonden.

Hun optredens daar waren een groot succes en ze werden nu een veel gevraagde groep in Z-Limburg.



Ze fungeerden jarenlang als huisorkest in Het Kegelpaleis te Heerlen. Hun optredens tijdens rock & roll- en teenageravonden waren een groot succes.

Eddy Hunter †(gitaar)
Harry Hunter †(?)
Rudy Hunter †(?)
Jack Hunter (?)
Wiel Frings (saxofoon)
John Tanamal (?)
Tonny Kuypers (zang)

 

De broers Hunter kunnen beschouwd worden als de Rock & Roll pioniers van (Zuid) Limburg, hieronder een gedeelte van een interview met Eddy Hunter

Rock & Roll was toen onzedelijk !

 Eddy Hunter, die in de jaren vijftig Limburg 'op stelten zette'. Samen met zijn broers Harry, Rudy en Jack trad hij op onder de naam "The Silver Strings", beter bekend echter als "The Hunters". Met hun Rock & Roll muziek veroverden zij de harten van de jongeren, die het niet zo op hadden met de toen zeer geliefde muziek van het Harry Osterwald-genre.


Uren voor het optreden, stonden de fans in de rij om hen te kunnen zien. Ze reisden hen zelfs na in bussen. Nu, ongeveer dertig jaar later, is Eddy nog steeds populair hoewel hij niet meer actief is als gitarist.


'Je moet je dat zo voorstellen', vertelt hij in zijn woonkamer aan de Frans Halsstraat in Heerlen, 'wat wij deden was helemaal nieuw hier'. Met de Silver Strings introduceerden wij eigenlijk voor het eerst echte popmuziek in Limburg, en met name de rock & roll. Met alle problemen die daaruit voortvloeiden.

 

Onze muziek sloeg in als een bom, en er werd in volle zalen gedanst. We kregen echter last met de café-bazen en ook de politie en meneer pastoor waren niet zo ingenomen met ons. Men vond het maar onzedelijk wat we deden, en wij verleidden het publiek tot onzedelijk gedrag, zo luidde de redenatie toendertijd. Als ik met mijn witte schoenen door de stad liep, keek half Heerlen me na.


Eddy kwam uit een muzikaal gezin. Reeds in zijn geboorteland Indonesié, was hij in de ban van swingende ritmes en maakte hij zelf muziekinstrumenten. Alles wat hij later presteerde, bracht hij zichzelf bij, zonder enige hulp.


In Duitsland kreeg hij in 1950 voet aan de grond, en in een mum van tijd werden de Silver Strings erg populair. Vier jaar later contracteerde de heer Frits Ries van het Heerlens Kegelpaleis de band, voor rock & roll en teenager-avonden. Hun optreden daar werd een doorslaand succes: de bres naar het Nederlandse publiek was nu geslagen.

 

 'We hadden bijna geen cocurrentie. Voordien werd er gedanst op de tonen van Lenie en Ludwig enzovoorts. Maar in het streng katholieke Limburg, waar de meisjes nog met een hoedje op naar de kerk moesten, leverde dit toch wel veel problemen op.

Na de komst van Elvis en Bill Hailey, ging het iets gemakkelijker. Maar het bleef een zwaar karwei. Ik was automonteur van beroep en daarnaast moest ik soms wel negen tot tien uur aan een stuk door spelen en zingen. Af en toe dacht ik: kon jij ook maar eens zo uitgaan en genieten als die mensen daar in de zaal'.

 

Rijk is Eddy er zeker niet van geworden. Hij zat vast aan contracten en moest daardoor geweldige kansen laten schieten. Hij miste een professionele manager, want vader, W.F.Hunter regelde die zaken.


In de jaren zeventig ging de band uit elkaar: de broers trouwden en er kwam gekibbel. Na tien jaar vraagt men Eddy nog steeds om een stukje te spelen, maar: 'dan moeten ze me al ertoe dwingen'. Hij heeft twee operaties achter de rug. Het harde geluid van de muziek heeft hem bijna volledig doof gemaakt.

 

Zijn baan als monteur heeft hij op moeten geven. Beginnende musici vragen nog steeds om zijn raad en die geeft hij ook graag.

 

'Ontelbare orkestjes kunnen tegenwoordig met een gerust hart hun deuntje op de gitaar hameren; er zal geen haan meer naar kraaien hoe of wat ze spelen. Bovendien is muziek maken nu een kwestie van een druk op de knop. Maar zij hebben weer andere obstakels - er zijn er nu teveel die op de markt willen komen'.